Altijd is Kortjakje ziek,
In de week maar ’s zondags niet.
’s Zondags gaat zij naar de kerk,
Met haar boek vol zilverwerk.
Altijd is Kortjakje ziek,
In de week, maar ‘s zondags niet.
2. ROEIBOOTJE
Bootje klein, roei maar fijn, buiten in de zonneschijn.
Alle bootjes in de slootjes willen Tommy’s vriendje zijn.
Elke dag vaart Tommie weer met zijn bootje op en neer.
Bootje klein, roei jij maar fijn, met Tommy in de zonneschijn.
3. REINTJE VOS
Reintje Vos die ging gaan jagen in het kippenhok, in het kippenhok.
Maar de boer werd toen heel boos want Reintje at zijn kippen op!
Maar de boer werd toen heel boos en gaf hem op zijn kop.
4. SLAAPLIEDJE
Slaap kindje slaap en doe je oogjes toe.
Slaap kindje slaap, jouw oogjes zijn zo moe.
Morgen dan is er weer een nieuwe dag
Nu is het rustig, alles slaapt.
Slaap kindje slaap en doe je oogjes toe.
Slaap kindje slaap, jouw oogjes zijn zo moe.
5. KINDERLIEDJE
Wij dansen, wij springen, wij maken plezier
Wij juichen, wij zingen, zo fijn is het hier.
Wij lachen en vragen, wie wil met ons mee?
Wij gaan op vakantie, we gaan naar de zee!
6. MEILIEDJE
Als de Lieve Lente komt en het gras gaat groeien
Pluk ik bloempjes, rood, wit en blauw
’t wordt een mooi boeketje voor jou
Als de Lieve Lente komt en het gras gaat groeien
7. ROODBORSTJE
Roodborstje tikt aan het raam, tin-tin-tin.
Laat mij erin, laat mij erin.
’t Is hier zo koud en te guur naar mijn zin.
Laat mij erin, tin-tin-tin.
’t Meisje deed open, het beestje kwam snel.
Binnen was ’t beter, de guit wist het wel.
Maar toen de lente weer kwam, tin-tin-tin
Vloog hij het bos weder in.
Roodborstje tikt aan het raam, tin-tin-tin.
Laat mij erin, laat mij erin.
’t Is hier zo koud en te guur naar mijn zin.
Laat mij erin, tin-tin-tin.
’t Meisje deed open en had in haar schoot:
Korreltjes haver en kruimeltjes brood.
Dat was het roodborstje recht naar zijn zin
Ging toen het bos niet meer in.
8. VROLIJK
Vrolijk, vrolijk, speel dit liedje vrolijk
Vrolijk, vrolijk, ’t maakt ons heel erg blij.
Vrolijk, vrolijk, speel dit liedje vrolijk,
Vrolijk, vrolijk, ’t is nog niet voorbij.
Samen spelen met zo velen
Soms kan dat ook heel erg traag….
Vrolijk, vrolijk, speel dit liedje vrolijk,
Vrolijk, vrolijk, ’t was voor jou en mij.
OF
Ik ben lekker onderweg naar oma
Zij is vrolijk als ik bij haar kom
Ik ben lekker onderweg naar oma
Zij is vrolijk als ik bij haar kom
Kijk naar binnen, kijk naar buiten
Oma staat al voor het raam
Ik ben lekker onderweg naar oma
Zij is vrolijk als ik bij haar kom
9. MAMA MUIS
Mama muis wordt heel vroeg wakker,
Wast haar haren, doet haar jurk aan.
Mama muis wordt heel vroeg wakker,
Zet de koffie, dekt de tafel.
Mama muis roept naar de kindjes
Dat de broodjes al gesmeerd zijn.
Mama muis roept naar de kindjes
Dat de school gauw gaat beginnen.
Vlug wat eten, dan naar school toe
Spelen kan nog tot de bel klinkt.
Vlug wat eten, dan naar school toe
Spelen kan nog tot de bel klinkt.
Mama muis wordt heel vroeg wakker,
Wast haar haren, doet haar jurk aan.
Mama muis wordt heel vroeg wakker,
Zet de koffie, dekt de tafel
10. BLIJ
Ik ben blij, o zo blij want jij huppelt met mij
Daarom zing ik voor jou, ook een liedje erbij.
Ik ben blij, o zo blij want jij huppelt met mij
Samen huppelen wij, zij aan zij.
Ik hup graag met je mee, nee je hupt niet alleen.
En we zwaaien de handen en zijn heel tevree.
Ik ben blij, o zo blij want jij huppelt met mij
Samen huppelen wij, zij aan zij.
11. AF EN OP
Af en af, op en op, heen en te- rug
Zing ik dit mooie lied, fout gaat het niet.
Af en af, op en op, heen en te- rug
Zing ik dit mooie lied, luister nu goed.
Ik strijk al met grotere boog.
Toonladdertje naar beneden…
Af en af, op en op, heen en te- rug
Zing ik dit mooie lied… luister nu goed!